Werken via een uitzendbureau

Uitzendkrachten hebben minder rechten dan werknemers die rechtstreeks bij een werkgever in dienst zijn. Hoe langer iemand werkt via een uitzendbureau, hoe meer rechten worden opgebouwd. Er zijn verschillende fases.

Fase A

Van een fase A contract is sprake zolang niet meer dan 78 weken is gewerkt. Het aantal uren in een week doet er niet toe. Het is mogelijk dat tussendoor niet wordt gewerkt. Als zo’n onderbreking echter 26 weken of langer duurt begint fase A opnieuw. In fase A geldt bijna altijd een uitzendbeding: de opdrachtgever van het uitzendbureau kan de opdracht zomaar beëndigen waardoor de uitzendovereenkomst ook direct eindigt. Verder worden alleen de gewerkte uren uitbetaald; er is geen doorbetaling van loon bij arbeidsongeschiktheid ziekte. Men is dan aangewezen op de WAO of Ziektewet.

Fase B

Na 78 weken gewerkt te hebben of na 8 keer een tijdelijk contract begint fase B. Er is dan sprake van een zogenaamde detacheringsovereenkomst voor een bepaalde tijd. Het dienstverband kan niet zomaar worden beëindigd als dat niet in deze overeenkomst is afgesproken. Het uitzendbureau zal dan bij het UWV of de kantonrechter om toestemming moeten vragen. Ook zal het uitzendbureau moeten proberen ander werk te regelen als de inlener de opdracht beëindigt. Als tussentijds 13 weken niet wordt gewerkt begint fase B opnieuw, als het 26 weken of langer is valt men zelfs terug in fase A. In fase B is er wel doorbetaling van loon bij arbeidsongeschiktheid of ziekte, voor zolang als de overeenkomst duurt. Daarbij geldt dat in het eerste jaar 91%  en in het tweede jaar 80% van het loon wordt doorbetaald. Vaak is sprake van één wachtdag, die niet doorbetaald hoeft te worden.

Fase C

Als langer dan 3,5 jaar (186 weken) is gewerkt of als sprake is van een negende contract begint fase C. Er is dan sprake van een detacheringsovereenkomst voor een onbepaalde tijd. De uitzendkracht heeft dan dezelfde rechten (en plichten) als werknemers bij vaste werkgevers, ook  met betrekking tot ontslag. De opzegtermijn is één maand. Als tussentijds 13 weken niet wordt gewerkt begint fase B opnieuw, als het 26 weken of langer is valt men zelfs terug in fase A. In fase C is er wel doorbetaling van loon bij arbeidsongeschiktheid of ziekte. Daarbij geldt dat in het eerste jaar 91% en in het tweede jaar 80% van het loon wordt doorbetaald. Vaak is sprake van één wachtdag, die niet doorbetaald hoeft te worden.

Verdere arbeidsvoorwaarden – meestal in een cao

Los van het fasensysteem mogen uitzendkrachten met betrekking tot arbeidsvoorwaarden niet ongelijk behandeld worden vergeleken met vaste werknemers in een vergelijkbare functie. Meestal geldt een cao waarin bijvoorbeeld loon, werktijden en vakantie geregeld worden. Zoals bij alle cao’s kan soms worden afgeweken van wettelijke regels.

facebooktwittergoogle_pluslinkedinmailfacebooktwittergoogle_pluslinkedinmail