Ontslag om bedrijfseconomische redenen

ontslag bij ziekte of arbeidsongeschiktheidOf een werkgever mag ontslaan wegens bedrijfseconomische redenen bepaalt hij niet zelf. Hij moet het UWV om toestemming vragen. Bij een cao kan dit ook via een (onpartijdige) cao-commissie.

Bij tijdelijke contracten die de werkgever niet tussentijds mag opzeggen moet de werkgever de kantonrechter om toestemming vragen. Verder gelden de volgende uitzonderingen waarbij de toets door het UWV niet verplicht is:

  • ontslag omdat de AOW- of andere pensioengerechtigde leeftijd is bereikt of nadat die leeftijd is bereikt, terwijl het contract al voor die leeftijd is ingegaan,
  • ontslag tijdens de proeftijd,
  • als de werkgever een particulier is bij wie doorgaans minder dan vier dagen per week huishoudelijk werk wordt gedaan,
  • ontslag van een bestuurder van een rechtspersoon,
  • ontslag van iemand die een geestelijk ambt bekleedt,
  • als de werknemer schriftelijk instemt met het ontslag,
  • als werknemer en werkgever met wederzijds goedvinden het contract beëindigen

Wanneer is sprake van bedrijfseconomische redenen?

Voorbeelden zijn:

  • bedrijfsverhuizing
  • een bedrijf die in een slechte financiële situatie verkeert
  • structurele vermindering van werk of omzet binnen een bedrijf
  • (deels) beëindiging van activiteiten van een bedrijf
  • bedrijfsreorganisatie
  • technologische reorganisatie, denk aan automatisering

Het afspiegelingsbeginsel

De volgorde van ontslagen wordt bepaald aan de hand van het afspiegelingsbeginsel. Werknemers met vergelijkbare functies worden in leeftijdscategorieën ingedeeld. Binnen die groepen worden de werknemers die het laatst zijn aangenomen als eerst ontslagen. De groepen zijn als volgt ingedeeld: 15-25 jaar; 25-35 jaar; 45-55 jaar; 55- AOW-leeftijd.

AOW-gerechtigden worden voor de andere werknemers in hun groep ontslagen. Zo zal iemand van 57 jaar mogen blijven, ook als hij of zij later in dienst is genomen dan een AOW-gerechtigde. Het afspiegelingsbeginsel geldt niet als het hele bedrijf of een hele vestiging wordt gesloten, als een functie vervalt die maar door één werknemer wordt ingevuld of als in zijn geheel een groep soortgelijke functies vervalt.

Afwijken van het afspiegelingsbeginsel

In bepaalde gevallen mag van het afspiegelingsbeginsel worden afgeweken:

  • een werknemer werkt bij een derde en vervanging door iemand anders is niet wenselijk,
  • het betreft een werknemer met bijzondere kennis of bekwaamheden waardoor zijn ontslag te veel bezwaren oplevert voor het functioneren van de organisatie,
  • een werknemer met een arbeidsbeperking die daardoor moeilijker werk zal kunnen vinden,
  • als een werknemer werkt met een loonkostensubsidie en die subsidie vervalt. Het zou onredelijk zijn als een andere werknemer dan als gevolg van het  afspiegelingsbeginsel ontslagen wordt. Dat is weer anders als de werknemer die werkt met een loonkostensubsidie in feite hetzelfde werk doet als andere werknemers waarvoor geen loonkostensubsidie is verleend.

Afwijken van het afspiegelingsbeginsel bij cao

Voor 10% van het totale aantal werknemers dat wordt ontslagen, kunnen andere werknemers worden voorgedragen dan op basis van het afspiegelingsbeginsel. Verder kan een andere ontslagvolgorde in de cao worden afgesproken. Er moet dan wel sprake zijn van een onafhankelijke cao-commissie die het ontslag vooraf toetst.

facebooktwittergoogle_pluslinkedinmailfacebooktwittergoogle_pluslinkedinmail