Medehuur van woonruimte

samen hurenEchtgenoten of geregistreerde partners zijn zolang zij in dezelfde woning wonen medehuurders. Hetzelfde geldt als na het ingaan van het huurcontract een huwelijk of partnerschap wordt gesloten. Ongehuwde partners en andere huisgenoten kunnen een verzoek doen tot medehuur. Er moet dan sprake zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding.

Volwassen kinderen kunnen geen medehuurder worden; zij gaan doorgaans binnen afzienbare tijd het huis uit zodat van een duurzame huishouding niet wordt uit gegaan. Een uitzondering is het geval waarin een kind inwoont om te verzorgen. De verhuurder kan het verzoek weigeren. Als hij niet binnen 3 maanden schriftelijk instemt kan de huurder naar de rechter stappen. Deze kan het verzoek afwijzen als:

  • de huisgenoot korter dan 2 jaar in de woning woont,
  • de huisgenoot zal de huur niet kunnen betalen
  • geprobeerd wordt de huisgenoot heel snel huurder ter maken; daarvoor is het aanvragen van medehuurderschap niet bedoeld.

Rechten en plichten van medehuurders

Medehuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor het nakomen van verplichtingen die voortkomen uit het huurcontract. Dit geldt niet voor verplichtingen die zijn ontstaan vóórdat sprake was van medehuur.

Einde van medehuur

Als de medehuurder de woning als hoofdverblijf heeft verlaten, eindigt de medehuur. Wel is het zo dat echtgenoten of geregistreerde partners niet zelf de medehuur kunnen opzeggen – dit zou misverstanden in de hand werken. De rechter kan bij het eindigen van een huwelijk of  geregistreerd partnerschap beslissen wie huurder zal blijven. Zo kan een medehuurder uiteindelijk huurder worden.

Ook als een ongehuwde of ongeregistreerde partner die de huurder is vertrekt wordt de overblijvende medehuurder de huurder. Deze moet echter als een huisvestingsvergunning nodig is binnen 8 weken bij de kantonrechter aantonen dat hij aan de voorwaarden voldoet voor zo’n vergunning.

Medehuur en overlijden huurder

Na overlijden van de huurder wordt de overblijvende medehuurder automatisch huurder. Hij kan binnen 6 maanden de huur opzeggen, ook als in het contract een langere periode is afgesproken. Huisgenoten die géén medehuurder zijn kunnen aan de kantonrechter vragen om hun als huurder aan te wijzen, dit tot 6 maanden na het overlijden. Zo’n verzoek kan worden afgewezen als de huisgenoot:

  • niet kan bewijzen dat de woning zijn hoofdverblijf is
  • hij niet kan bewijzen dat er sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding met de huurder,
  • niet alleen de huur zal kunnen betalen,
  • niet kan bewijzen dat hij een huisvestingsvergunning zou kunnen krijgen.
facebooktwittergoogle_pluslinkedinmailfacebooktwittergoogle_pluslinkedinmail